Op 10 oktober 2018 heeft het seminar Gedragscode Hoger Onderwijs plaatsgevonden. Het was een waardevolle dag waar veel informatie is gedeeld. Er is open gesproken met onderwijsinstellingen, belanghebbende overheidspartijen en betrokken organisaties. Ervaringen en best practices zijn gedeeld en aandachtspunten geformuleerd. Er zijn twee thema’s besproken: in de ochtend stond het toelatingsbeleid van de onderwijsinstellingen centraal. Wat zijn de criteria die instellingen hanteren bij de toelating van niet-EER studenten, speelt studiemotivatie een rol en wanneer kan een student worden geweigerd? In de middag is gesproken over de studievoortgangmonitoring en begeleiding van niet-EER studenten. Hoe kun je de studievoortgang bevorderen? Bereikt de studievoortgangsnorm wel zijn doel?
De algemene bevindingen zijn omvangrijk en lopen zeer uiteen. Daarom volstaan we hier met enkele voorbeelden:
- Het wettelijk kader biedt volgens de deelnemers onvoldoende ruimte voor hoger onderwijsinstellingen om zelf het toelatingsbeleid vorm te geven. Wet- en regelgeving moet onderling beter op elkaar worden afgestemd en instellingen moeten meer formele mogelijkheden krijgen om niet-EER studenten te kunnen weigeren.
- Er bestaat onduidelijkheid over het kunnen weigeren van het erkend referentschap voor een individuele student op basis van studiemotivatie.
- Wat is studiemotivatie? Hoe kun je objectief vaststellen of een student voldoende gemotiveerd is? Er is behoefte aan duidelijke, objectieve criteria.
- Internationale studenten zijn vaak niet op de hoogte van de voorzieningen en mogelijkheden die een instelling aanbiedt ter ondersteuning bij een studie.
- De noodzaak van een sociaal vangnet wordt door iedereen onderstreept. Het gaat erom dat de student zich welkom voelt.
Ook zijn er een groot aantal best practices geformuleerd:
- Totale toestroom van studenten terugdringen door niet meer te werven of gerichter te werven. Werving strategieën moeten meer worden gericht op een kwalitatieve instroom.
- Voor overstappende studenten geldt een uiterste aanmelddatum van 31 augustus. Het voorstel is om deze datum te vervroegen naar 1 mei. Dat levert meer ruimte op voor de hoger onderwijsinstelling om de motivatie van de overstappers te checken en hen te begeleiden naar een passende opleiding.
- Bevorder de integratie van internationale studenten door activiteiten en zaken als huisvesting voor de gehele groep te organiseren. Zo ontstaat er rechtstreeks onderling contact en een groepsgevoel. De gemixte groepsvorming moet actief gestimuleerd worden. Sturing buiten het klaslokaal is bijna belangrijker dan daar binnen.
- Mogelijk maken dat studenten gratis of tegen een lage vergoeding kennis kunnen maken met de Nederlandse taal.
Wilt u meer lezen over het seminar, het verslag vindt u hier.
Voor de Commissie, en ook voor medeorganisator van het seminar Nuffic, ligt het vervolg met name in het faciliteren en aanjagen. Met name wanneer het gaat over de lange termijn ligt de oplossing in het aanpassen van bestaande wet- en regelgeving. Hierbij gaat het onder meer over de tegenstrijdigheden in de wet- en regelgeving, maar ook over het creëren van mogelijkheden waar het gaat om het kunnen selecteren van studenten. De aanwezige overheidspartijen bij het seminar hebben deze bevindingen meegenomen, zij kunnen helderheid bieden waar het gaat over bepalingen waarover verschil in interpretatie bestaat. De komende maanden zullen we de punten die verder onderzoek behoeven uitwerken in samenwerking met de partijen die zich hiervoor hebben aangemeld. U kunt hierbij denken aan vraagstukken als: hoe kan studiemotivatie objectief worden vastgesteld? Kan de studiekeuzecheck hierbij een rol pelen? En in relatie tot de studievoortgangsnorm: kan in het geval van een chronische ziekte meerdere jaren achtereen dezelfde reden voor verschoonbaarheid worden ingeroepen? In de volgende nieuwsbrief (april/mei 2019) zal de Commissie een update geven.
muzikale intermezzo’s verzorgd door R&G Tango