Richtlijnen met betrekking tot artikel 4.2 en artikel 5.5 van de Gedragscode Internationale Student in het Hoger Onderwijs

De richtlijnen zijn vastgesteld op 15 april 2020 en geldig gedurende de periode waarin de maatregelen om het COVID-19 virus te bestrijden van kracht zijn.

Aanleiding

Naar aanleiding van de maatregelen om het COVID-19 virus te bestrijden spelen bij de onderwijsinstellingen een aantal vragen over de toepassing van de bepalingen van de Gedragscode Internationale Student in het Hoger Onderwijs. Het gaat onder meer om de mogelijkheid tot het afleggen van de verplichte taaltest Engels. Ook de IND heeft aandacht gevraagd voor het feit dat er bij hen veel vragen binnenkomen van onderwijsinstellingen over de toepasbaarheid van verschoonbare redenen in het geval een student studievertraging oploopt doordat hij/zij geen onderwijs kan volgen door de getroffen maatregelen. De Landelijke Commissie verwacht met onderstaande richtlijnen uw vragen te kunnen beantwoorden. Om tot deze richtlijnen te kunnen komen heeft er veelvuldig afstemming plaatsgevonden tussen de Landelijke Commissie, de koepelorganisaties, de ministeries van OCW en J&V en de IND.

Artikel 4.2 Gedragscode – verplichting een taaltest Engels af te leggen

De Landelijke Commissie heeft signalen ontvangen dat internationale studenten problemen ondervinden in hun thuisland om de verplichte taaltest Engels af te leggen. Veel testcentra zijn gesloten als gevolg van de maatregelen om het coronavirus te bestrijden, waardoor de in de Gedragscode genoemde testen op dit moment niet in alle landen kunnen worden afgenomen. Een aantal aanbieders, verantwoordelijk voor de taaltesten die zijn opgenomen in de Gedragscode, heeft op korte termijn een alternatief ontwikkeld, of werkt daar op het moment van schrijven aan. Het gaat bijvoorbeeld om de TOEFL iBT @ home test.

De Landelijke Commissie is in overleg met de eerder genoemde partijen gekomen tot de volgende tijdelijke verruiming gekomen van artikel 4.2 van de Gedragscode:

Gedurende de periode dat het wegens de maatregelen die zijn getroffen om het Coronavirus te bestrijden niet mogelijk is gebruik te maken van de reguliere taaltesten zoals deze staan vermeld in artikel 4.2 van de Gedragscode is het, indien deze testen met voldoende kwaliteitswaarborgen zijn omkleed, toegestaan gebruik te maken van online toetsen die worden aangeboden door de aanbieders die staan genoemd in artikel 4.2 van de Gedragscode.

Actuele informatie over hierboven bedoelde online taaltesten waarvan gebruik kan worden gemaakt, en over de hoogte van de minimaal vereiste score zal worden vermeld op de website van de Gedragscode. Deze informatie zal wanneer er zich wijzigingen voordoen worden geactualiseerd.

Alle ondertekenaars van de Gedragscode zetten zich maximaal in op het gebruik van deze taaltesten opdat het grootste gedeelte van de aspirant studenten zo spoedig mogelijk een taaltest kan afnemen.

Zie voor de hierboven bedoelde informatie over de taaltesten waarvan gebruik kan worden gemaakt het document: tijdelijke verruiming artikel 4.2 Gedragscode

Artikel 5.5 Gedragscode – verschoonbare redenen

De huidige situatie waarin als gevolg van maatregelen om het corona virus te bestrijden ook het onderwijs zwaar wordt getroffen, vraagt van een ieder om daar waar mogelijk te zoeken naar manieren en oplossingen zodat internationale studenten zo goed mogelijk worden opgevangen en met hun studie kunnen worden geholpen. Studievertraging ligt op de loer of is inmiddels een feit. De coronacrisis kan een reden zijn tot verschoonbaarheid van de studievertraging zoals bedoeld in artikel 5.5 van de Gedragscode.

Nu deze verschoonbare reden voor grotere groepen studenten tegelijkertijd aan de orde kan zijn, kan een instelling dit ten aanzien van die groep studenten gelijktijdig constateren. Van belang daarbij is dat de onderwijsinstellingen, net als in de reguliere situatie, op individueel niveau in het dossier vastleggen dat er voor de student geen mogelijkheid was onderwijs te volgen. In die situatie is sprake van onstudeerbaarheid. Dat is niet het geval indien er aan de student alternatieven worden aangeboden om onderwijs te volgen en hij in staat wordt gesteld voldoende studiepunten te behalen.

De Landelijke Commissie wenst tot slot te benadrukken dat de bevoegdheid tot beoordeling of er in het individuele geval sprake is van een verschoonbare reden op basis van artikel 5.5 van de Gedragscode is belegd bij de onderwijsinstellingen.

De Landelijke Commissie verwacht met bovenstaande tekstblokken richtlijnen mee te kunnen geven en duidelijkheid te creëren voor (aankomende) internationale studenten en de onderwijsinstellingen.

De richtlijnen zijn afgestemd met de NRTO, Vereniging Hogescholen, VSNU, de ministeries van OCW en J&V en de IND.