Al ruim vóór ik ging studeren, wist ik het zeker: ik blijf hoe dan ook honkvast in het noorden van Nederland. Zelfs binnen Nederland kwam geen andere locatie dan Groningen in mij op, laat staan het volgen van (een deel van) een studie in het buitenland. Toentertijd had ik namelijk maar één grote passie in het leven: mijn paardensport op hoog wedstrijdniveau. Mijn paarden stonden in het hoge noorden van het land en alhoewel ikzelf misschien gemakkelijk het vliegtuig naar verre oorden had kunnen pakken, konden mijn paarden dat niet. Ik heb dat honkvaste nooit als vervelend ervaren, want het was vooral lekker duidelijk. Het scheelt bovendien een hoop keuzestress, want je hoeft niet te kiezen uit al die prachtige locaties en mooie onderwijsinstellingen. Maar als ik die periode weer zou mogen doen met de kennis van nu, dan zou ik het zeker anders aanpakken. Ik ben er ondertussen namelijk van overtuigd dat het doormaken van een periode in het buitenland een ontzettend waardevolle toevoeging op het leven is. Ik ben dan ook ontzettend blij dat ik vanaf april dit jaar voor de Landelijke Commissie mag werken en op deze manier bij kan dragen aan de toegankelijkheid en de kwaliteit van internationale onderwijs in Nederland.

Mijn naam is Eva-Maria Wijers en wanneer deze nieuwsbrief uitkomt ben ik 34 jaar. Ik woon in Groningen met mijn vriend, onze dochter van een half jaar en onze twee katten. In augustus van dit jaar verhuizen we naar Leek, waar er op alle fronten meer ruimte voor ons kleine gezinnetje is. Alhoewel ik geen actieve wedstrijdcarrière meer heb, hebben de paarden nog altijd een speciaal plekje in mijn hart. Ik ben trotse eigenaresse van een inmiddels gepensioneerde fokmerrie en haar drie talentvolle zonen.

Sinds kort ben ik begonnen bij de Commissie. Ik vind dat de Commissie op een heel interessant snijvlak van allerlei verschillende belanghebbenden opereert. Mede hierdoor zijn de werkzaamheden divers en uitdagend. Ik kijk vooral uit naar het uitvoeren van de onderzoeken die allemaal de internationale student in het vizier hebben. Onderzoeken zit in mijn aard. Ik ben altijd benieuwd waarom iets is zoals het is. Daarom heb ik, toen het tijd was om een studiekeuze te maken, dan ook voor de studie geschiedenis gekozen. En alhoewel het goed is om te weten waarom iets is zoals het is, wordt het pas echt leuk om te kijken of iets ook anders kan. Daarom heb ik in mijn studieperiode ook een goeie flirt gehad met de studie filosofie. Deze open nieuwsgierigheid naar andere mogelijkheden komt denk ik erg goed van pas in dit werkveld.

Mijn eerste uitdaging voor de Commissie is het uitvoeren van het jaarlijks terugkerende onderzoek naar informatievoorziening. Het is een mooi onderzoek om vertrouwd te raken met de (werking van de) Gedragscode en de verschillende partijen. In dit onderzoek kan ik goed bekijken hoe de situatie is en hoe deze misschien beter zou kunnen. Er is een reeds bestaand onderzoekskader waar ik op kan leunen, maar er is ook veel ruimte voor mijn eigen interpretatie en interesse. In dit onderzoek bekijk ik aan de hand van een aantal passages uit de Gedragscode en een uitgelicht actueel onderwerp, in dit geval de COVID-19 pandemie, of de informatievoorziening voor de internationale student op de websites van een zestal onderwijsinstellingen voldoende is. Uiteraard hoop ik dat de informatievoorziening volledig, actueel en van voldoende niveau is, maar tevens hoop ik heldere aanbevelingen te kunnen doen om de informatievoorziening naar een nog hoger niveau te tillen. Ik ga mijn best doen om in september van dit jaar een mooi onderzoeksrapport op te leveren.