Ook in de komende edities van de nieuwsbrief zal telkens een commissielid zich aan u, de lezer, presenteren. Opdat u zich er van kunt overtuigen dat deze commissie, met haar buitensporig lange naam, door echte mensen wordt bevolkt en dat u iets meer beeld krijgt van de motieven en afwegingen die in het werk van de commissie een rol spelen. Nu is het mijn beurt.
Mijn naam is Frans Kuipers (1949). Ik zit in de commissie op voordracht van de Vereniging Hogescholen. Ik ben tropisch cultuurtechnicus en heb na mijn afstuderen langere tijd als irrigatie en drainage ingenieur gewerkt in Aziƫ en Afrika. Na terugkomst in Nederland startte mijn loopbaan in het hoger onderwijs, eerst als hoofddocent, daarna als bestuurder. Eerst als lid van het College van Bestuur van de Landbouwuniversiteit en vervolgens, tot aan mijn pensionering als CvB voorzitter van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden.
Mijn tropenjaren hebben mij gevormd. Uit eigen ervaring weet ik hoe belangrijk internationale contacten zijn en dat die in het hoger onderwijs essentieel zijn. Internationalisering is geen luxe maar een absolute noodzaak. Maar om hieraan als hoger onderwijsinstelling invulling te geven is verre van simpel. Dat hebben de instellingen de afgelopen decennia wel laten zien. Het was vaak een worsteling en elke instelling deed dat op haar eigen wijze met meer of minder succes.
Gelukkig besefte de sector dat, om ingrijpen van hoger hand te voorkomen, onderlinge afspraken over hoe om te gaan met internationale studenten, noodzakelijk waren. En zo is de Gedragscode ontstaan die er voor zorgt dat voldaan wordt aan wat wij goede omgangsvormen en minimale kwaliteitseisen vinden.
Ik ben nu bijna negen jaar lid van de commissie en april 2018 neem ik afscheid. Het is een van de boeiendste commissies geweest waarin ik zitting heb mogen hebben. Boeiend omdat de student altijd de focus van de discussie is. Mede door het werk van de commissie heeft de internationale student ook een plek gekregen in de Nederlandse wet- en regelgeving en is door de Code vertrouwen ontstaan bij de IND, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het Openbaar Ministerie over de opvang en de begeleiding van onze buitenlandse studenten.
Met elkaar hebben we veel bereikt. Maar volle aandacht blijft geboden. Denk aan nieuwe ontwikkelingen als double degree programs, afstandsonderwijs, buitenlandse campussen en PhD onderwijs. Hierover zullen ook weer nieuwe afspraken gemaakt moeten worden.
Ik heb er alle vertrouwen in dat we, op deze weg doorgaand, onze internationale positie als Nederlands Hoger Onderwijs verder kunnen versterken. Daar worden we allemaal beter van.