We zitten alweer in December van 2021. Hét moment om ook vanuit de Landelijke Commissie Gedragscode terug en vooruit te blikken. 2021 was alweer het tweede coronajaar. Ook voor het internationaal studeren leverde dat allerlei beperkingen op. De toelatingsprocedures en de taaltoetsen lopen inmiddels zonder al te veel haperingen, – vanwege aanpassingen die reeds in 2020 werden gedaan – toch blijft studeren voor de internationale student behelpen. Veel colleges zijn online en hoe maak je vrienden en snuif je de cultuur op als je voortdurend afstand moet houden? Uit onderzoek onder de Nederlandse student blijkt dat velen depressief, droef of moedeloos worden van alle restricties. Dat geldt voor de internationale student eens te meer. Daarom is het goed te merken dat hogescholen en universiteiten allerlei initiatieven nemen om te zorgen dat internationale studenten zich thuis voelen. Dat de Landelijke Commissie dit jaar weinig klachten van studenten heeft ontvangen vat ze dan ook op als een positief signaal.
In het afgelopen jaar is ook een begin gemaakt met de evaluatie van de gedragscode. Een exercitie die eens in de 5 jaar plaatsvindt. Deze keer zowel naar de inhoud van de code als naar de manier waarop de betrokken partijen bij de bewaking daarvan gezamenlijk optrekken (onderwijskoepels, OCW, IND, J&V, Nuffic). Dat laatste is nodig omdat, dankzij corona, toelatingsprocessen onder druk waren komen te staan en de verschillende betrokkenen niet hetzelfde dachten over de weg daaruit. De evaluatie heeft gelukkig louterend gewerkt en nieuwe geestdrift gebracht. Ze heeft er ook toe geleid dat de opvattingen van de internationale student een duidelijker plek gaan krijgen in de agendabepaling van de commissie. De internationale studenten die wij consulteerden zijn daar enthousiast over. De evaluatie zal naar verwachting half 2022 afgerond worden.
De evaluatie heeft opnieuw de spanning aan het licht gebracht tussen de WHW en de Vreemdelingenwet waar het gaat over de mogelijkheid voor de onderwijsinstelling om een internationale student te weigeren. De WHW zegt ‘dat kan niet’, de Vreemdelingenwet zegt ‘dat kan wel’. De instellingen moet dan maar uitzoeken hoe te handelen. Dit is een terugkerend punt dat ook politieke aspecten heeft. We hopen dat straks onder een nieuw kabinet daarover klaarheid kan worden gebracht en zullen pogingen doen dat te agenderen.
De coronarestricties hebben onderstreept hoe goed het is om voor de internationale student een Gedragscode te hebben. Ook in tijden van nood weet dan iedereen waaraan hij zich te houden heeft. Het is heel goed dat de code er al was voordat de coronapandemie uitbrak. Het mechanisme van code en codecommissie heeft daardoor als ordenend mechanisme aan belang gewonnen. Dat is een plezierige constatering, die verplichtingen schept (noblesse oblige) en noodzaakt tot voortdurende communicatie over het bestaan van de code. De gedragscode is van de instellingen, maar ligt ergens abstract tussen de instellingen in. Om het besef levend te houden moet het gedachtegoed telkens weer voor het voetlicht worden gebracht. Dat nemen we ons ook in het nieuwe jaar voor.
Tenslotte heeft in 2021 Joris van Bergen afscheid genomen als voorzitter van de commissie. Hij was een uitstekende voorzitter: precies, correct, met humor. Hij heeft de lat hoog gelegd. Ik ben hem opgevolgd en zal m’n best doen in zijn voetspoor te treden – om hem recht te doen, maar vooral de internationale student.
Paul Rullmann voorzitter Landelijke Commissie