In principe behoor ik tot de doelgroep waar de instellingen van hoger onderwijs in de vorm van de Gedragscode afspraken over hebben gemaakt. Mijn naam is Karen Ali en ik zit op voordracht van de VSNU vanaf het begin in de commissie, eerst als plaatsvervangend lid en later als lid.
Ik kwam naar Nederland in een tijd dat je het aantal niet in Nederland geboren studenten op een hand kon tellen, zeker op de Universiteit van Tilburg. Iedereen kende je alleen al vanwege je uiterlijk en ik weet niet of ik dat altijd nou zo leuk vond. Uit ervaring weet ik hoe belangrijk het hebben van een thuisgevoel is. Ik weet ook hoe hard je moet werken om je zeker in een beginfase een plek te veroveren in een nieuwe samenleving met regels en afspraken die voor jou niet altijd even duidelijk zijn. Daarbij verwacht je van een universiteit dat ze over grenzen heen opereert en daarmee een ‘open mindset’ en voortrekkersrol heeft.
Toen ik als directeur Onderwijs, Studenten en Internationalisering bij de Technische Universiteit Eindhoven dan ook tegen de onwennigheid en het onvermogen van organisaties zoals de IND aanliep om de internationale ambities van de universiteit te realiseren, ben ik me er hard voor gaan maken. Dus ben ik in de werkgroep gestapt die uiteindelijk heeft geleid tot deze Gedragscode. En samen met vele collega’s van andere onderwijsinstellingen zijn wij erin geslaagd een instrument neer te zetten dat voldoende vertrouwen gaf en nog steeds geeft, ook aan de IND. De deal is zelfregulering door het veld en dat moet je dan ook serieus aanpakken anders verlies je het vertrouwen dat je hebt opgebouwd. En daar moet je trots en zuinig op zijn. Daarbij zit in de afspraken die in de Gedragscode zijn vastgelegd een stuk kwaliteitszorg besloten dat past bij onderwijsinstellingen. Het gaat over kwaliteit dan wel zorgvuldigheid van het onderwijs aan internationale studenten, maar ook om alles wat daarbij hoort of eraan vooraf gaat. Denk daarbij aan werving, informatievoorziening, serviceverlening, klachtenprocedures en transparante processen.
Voor mij is onderwijs een van de pijlers van de samenleving en de grenslijn tussen deelnemen en de zelfkant, tussen begrijpen en verbinden van mensen met verschillende achtergronden. Daar draagt internationalisering van het onderwijs in grote mate toe bij. In de commissie hebben we het over de naleving van de afspraken en daar draag ik met hart en ziel aan bij.