Nieuw onderzoek: monitoring studievoortgang en begeleiding van internationale studenten

Een belangrijk artikel in de Gedragscode gaat over het monitoren van de studievoortgang van internationale studenten. Het betreft artikel 5.5, waarin deze norm is vastgelegd. Maar belangrijker is, dat in het artikel de zorgplicht tot uitdrukking wordt gebracht die onderwijsinstellingen voelen voor de internationale studenten die op hun instelling staan ingeschreven. Want met de komst naar Nederland zetten de studenten een grote stap. Ze komen naar een onbekend land en moeten in korte tijd de onderwijsinstelling en het Nederlandse onderwijssysteem leren kennen en starten met de opleiding. Dat is niet altijd makkelijk, zeker niet wanneer je bedenkt dat de studenten ook woonruimte moeten zien te vinden, allerlei praktische zaken in Nederland moeten regelen en een sociaal leven moeten opbouwen. Daarom willen de onderwijsinstellingen extra zorg en aandacht besteden aan het welzijn van de internationale student en voorkomen dat hij/zij achterop raakt met de studie.

art 5.5

De onderwijsinstellingen maken gebruik van studentregistratiesystemen waarin de studieresultaten worden vastgelegd. Uit deze registratie wordt duidelijk wanneer een internationale student achterop raakt met de studie doordat hij/zij onvoldoende studievoortgang boekt. Wanneer dat het geval is, moet de onderwijsinstelling daarvan de oorzaak vaststellen. Bijvoorbeeld in een gesprek tussen de internationale student en de studieadviseur. Dat is belangrijk, want voor internationale studenten van buiten de EU kan het behalen van te weinig studiepunten betekenen dat de verblijfsvergunning in gevaar komt. De Landelijke Commissie (LC) heeft besloten een nieuw onderzoek uit te voeren gericht op de wijze waarop onderwijsinstellingen vormgeven aan de monitoring van de studievoortgang. Hoe begeleiden zij de internationale studenten en hoe informeren zij hen over de te behalen norm?

artikel

Door ons in het onderzoek te richten op het proces van de begeleiding, wordt naar verwachting duidelijk hoe de LC en de onderwijsinstellingen het onderwerp verder kunnen ontwikkelen opdat we gezamenlijk tot best practices kunnen komen. Uitvoering van het onderzoek zal plaatsvinden door aan te schuiven bij de verschillende overlegstructuren (HIB, Los, KBS, UPI en een overleg via de NRTO), om daar aan de hand van een aantal vragen input op te halen. Afhankelijk van de opbrengst/uitkomst zal de LC besluiten over hoe verder wordt gegaan met de bevindingen. Een voorstel zou kunnen zijn om een landelijke themadag over dit onderwerp te organiseren. Maar daarover leest u dan natuurlijk meer in een volgende nieuwsbrief!